Tuinkabouters behoren tot de meest voorkomende tuindecoraties in het Westen. We komen ze nonchalant verspreid over de gazons, in de tuinen en op erven tegen van Noord-Amerika tot Griekenland.
Kabouters zijn sierfiguurtjes van verschillende afmetingen die mannetjes uitbeelden van een klein, mythologisch mensachtig ras dat ondergronds leeft.
Hun geschiedenis gaat terug tot de oude Romeinse mythologie, die eeuwen van West-Europese traditie omvat.
Vanaf het allereerste begin werden ze beschouwd als geluksbrengers.
Laten we eens een kijkje nemen in de lange en spannende geschiedenis van tuinkabouters – van het oude Rome tot de moderne rondreizende kabouters.
Tuinkabouter Betekenis
De etymologie van het woord “kabouter” is niet helemaal duidelijk. Paracelsus, noemde elementaire aardwezens pigmaei of gnomi to, mogelijk van het Griekse woord “genomos” dat “aardbewoner” betekent.
Het is minder waarschijnlijk dat “gnomus” is afgeleid van het gelijkluidende Griekse woord gnosis, dat “kennis” betekent.
Het Oude Rome
De vroegste verschijning van tuinkabouterachtige beelden was in het oude Rome. Hun voorgangers in de tuin waren standbeelden die de Romeinse goden voorstelden.
De meest voorkomende onder hen was de god Priapus, een kleine vruchtbaarheidsgodheid die oorspronkelijk uit de Griekse mythologie kwam. Hij was een beschermer van het vee, het planten en het tuinieren, hetgeen werd gesymboliseerd door de afbeelding van zijn… wel, permanente erectie.
De voornaamste functie van deze standbeelden was het beschermen van de tuinen tegen boze geesten, alsook het verzekeren van een succesvolle oogst.
Vroegmoderne periode – Van Gobbi tot Lampy
De Zwitserse alchemist Paracelsus
In de Renaissance werd het groteske potentieel van deze beelden uitgebreid volgens de algemene geest van die tijd.
De Zwitserse alchemist Paracelsus was de eerste die ze beschreef als wezens met magische kracht. Volgens hem waren kabouters een van de vier elementalen of natuurgeesten (onzichtbare wezens die tussen de mensen bestonden), behorend tot de aarde. Zij kwamen ’s nachts naar buiten om planten te helpen groeien. In deze periode werden kabouters pleonastisch “Grotesken” genoemd en dus gemaakt als lelijke kleine gebochelden, geschilderd in felle kleuren en gewoonlijk genoemd met het Italiaanse woord “Gobbi”.
Tegen het begin van de 18de eeuw werden tuinkabouters alom populair als huisornament, maar meestal alleen bij rijke families.
De populariteit van kabouters bleef bestaan dankzij de folklore, mythen en verhalen uit de hele wereld, zoals de Duitse sprookjes, waarin kabouters en dwergen grotendeels voorkwamen als kleine wezens met mythische krachten die de mens hielpen bij het boerenwerk. Zij waren een goed voorbeeld van hoe folklore en mythologie de geschiedenis van het dagelijks leven beïnvloedden.
Tip: https://www.tuinkaboutershop.nl/vijverdecoratie/
De eerste tuinkabouter
Aangenomen wordt dat de allereerste eigentijds ogende tuinkabouter (met de iconische rode muts), werd gemaakt in Duitsland door beeldhouwer Phillip Griebel. Al snel verspreidde de mode zich over Europa, van Engeland tot Polen, en Griebel concentreerde zijn hele productie rond de productie van tuinkabouters.
In de 19e eeuw bracht Sir Charles Isham een aantal van Griebel’s kabouters naar Engeland en introduceerde ze op de nieuwe markt. Aan hem wordt toegeschreven dat hij de traditie van tuinkabouters in het Verenigd Koninkrijk heeft doen ontstaan, waar ze de bijnaam “Lampy” kregen. Een replica wordt nog steeds bewaard en tentoongesteld in Lamport Hall, de residentie van de familie Isham in Northamptonshire.
Bijgevolg werd de vervaardiging van kabouters heel gewoon in Duitsland, met verschillende bedrijven die in het hele land ontstonden, hoewel Griebel onder hen beroemd bleef, en nog steeds bestaat als een familiebedrijf in Duitsland.
De 20ste Eeuw – Opkomst en ondergang van de Kabouter
Het begin van de moderne tijd in Europa bracht verontrustende en onzekere tijden, die hun hoogtepunt bereikten met de Eerste Wereldoorlog en de Tweede Wereldoorlog. Hun gevolgen veranderden de loop van de moderne geschiedenis, evenals de vrijetijdsgewoonten. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de populariteit van tuinkabouters in deze periode afnam.
Uitgelicht: https://www.tuinkaboutershop.nl/tuinbeelden/
Sneeuwwitje en de Zeven Dwergen film lag in het herstel van de glorie van tuinkabouters
Dankzij de populaire cultuur zijn tuinkabouters echter weer teruggekeerd in huizen en tuinen in Europa. In 1937 bracht Walt Disney Productions “Sneeuwwitje en de Zeven Dwergen” uit, als een geanimeerde muzikale fantasiefilm. Tientallen jaren later, in 1989, werd de film erkend voor zijn culturele en historische betekenis, en werd hij opgenomen in het National Film Registry. Een deel van zijn culturele invloed lag in het herstel van de glorie van tuinkabouters, waarvan de fysieke gelijkenis met dwergen meer dan duidelijk was.
Sinds de jaren 1970 heeft de massaproductie van tuinkabouters het handwerk vervangen. De verscheidenheid aan materialen was groter dan voorheen, en veel kabouters werden nu van plastic gemaakt. Dit type productie leidde tot een lagere kwaliteit in vergelijking met de handgemaakte kabouters.